Amerikaanse cardiologen informeren patiënten met stabiel coronairlijden onvoldoende over angiografie en dotteren. Dat suggereren Michael Rothberg en collega’s na het analyseren van 59 opgenomen anamneses tussen 23 cardiologen en hun patiënten (JAMA Intern Med. 2015; epub 28 mei).

Rothberg et al. onderzochten de kwaliteit van ‘informed decision making’ en effecten daarvan op het besluit van de patiënt. Ze beoordeelden de cardiologen aan de hand van 7 elementen die de artsen aan de orde moesten stellen: (a) de rol van de patiënt bij de beslissing, (b) het klinische probleem, (c) de alternatieven, (d) voors en tegens van het alternatief, (e) onzekerheden van de beslissing, (f) controleren of de patiënt het begrepen had, en (g) de voorkeur van de patiënt.

De consulten duurden gemiddeld 11,8 minuten. In slechts 3% van de gesprekken besprak de cardioloog alle 7 elementen. In 14% bespraken de cardiologen alternatieven en voors en tegens van angiografie en dotteren. De cardiologen adviseerden in 75% van de gesprekken een angiografie en vrijwel alle patiënten volgden dit advies. Overleg over alternatieven was sterk geassocieerd met het niet ondergaan van angiografie, maar deze alternatieven bespraken de dokters slechts in een kwart van de consulten. Patiënten die vollediger geïnformeerd waren, kozen minder vaak voor angiografie en dotteren.

De auteurs wijzen er tot slot op dat bij veel patiënten dotteren waarschijnlijk een geschikte behandeling was, maar dit betekent nog niet dat de patiënt het ook wil. ‘Het is belangrijker dat het meten en belonen van geïnformeerde besluitvorming ervoor gaat zorgen dat de arts dit niet ziet als een wettelijke verplichting, maar als een wezenlijk onderdeel van goede medische zorg.’