Deelkunde

Home » Praktijkvoorbeelden » Heelkunde » GE-chirurgie

GE-chirurgie

Moeilijke rectumcarcinomen

Een aantal jaren geleden kwam een vrouw van 75 jaar bij mij op de polikliniek voor een second opinion met de vraag of ze toch sfinctersparend kon worden behandeld voor haar distale rectumcarcinoom. Daarbij speelde mee dat ze al een aangepast eetpatroon had met dunne ontlasting vanwege een oesofagusresectie 6 jaar daarvoor vanwege een T1N0 oesofaguscarcinoom. Ons voorstel was conform elders: chemoradiatie gevolgd door abdominoperineale rectumextirpatie (APR).

Vanwege een goede respons op deze chemoradiatie zagen we, in overleg met patiënt, aanvankelijk toch af van conventionele behandeling en hebben een lokale excisie gedaan van de kleine resttumor na chemoradiatie. Daarbij bleek echter een teleurstellend ypT3 stadium, waardoor toch een APR moest worden verricht. Vervolgens ontwikkelde ze binnen enkele maanden levermetastasen. Hoewel deze resectabel waren, zijn we toch eerst gestart met chemotherapie, waarna de ziekte was gestabiliseerd.

SDM gesprekWe hebben toen uitgebreid met haar de voor- en nadelen besproken van een in opzet curatieve leverresectie. Ze stond daar aanvankelijk heel cynisch tegenover met het idee dat de uitzaaiingen toch weer zouden terugkomen. Ze gaf aan dat ze liever geen ingrijpende behandeling zou willen ondergaan omdat ze twijfelde over het nut daarvan. Anderzijds was er toch een alleszins redelijke kans op overleving na 5 jaar en hadden de uitzaaiingen een relatief gunstige ligging, namelijk aan de oppervlakte van de lever, wat de operatie zou vergemakkelijken. Daarom hebben we uiteindelijk een gezamenlijk besluit tot operatie genomen.

Drie jaar later kreeg ze een lokaal recidief in het bekken en een solitaire longmetastase. In dit geval zijn er 3 mogelijke opties: afwachten (ze had toen immers geen klachten), chemotherapie (hoewel ze destijds geen evidente respons had op de 1ste lijns chemotherapie) of primair weer een operatie met kans op complicaties (uitgebreide bekkenchirurgie, gevolgd door longchirurgie).

Opnieuw zijn we met haar het gesprek aangegaan over een goede balans tussen haar kwaliteit van leven en de kans op levensverlenging van de eventuele ingrijpende behandeling. Gezien de eerdere positieve ervaring met operatie zonder goed effect op chemotherapie, koos ze uiteindelijk voor een in opzet curatieve chirurgische behandeling.

Problemen met plassen na de operatie hebben daarna wel haar leven beïnvloed, maar inmiddels zijn we bijna een jaar na de laatste operatie en heeft zij haar vrijwilligerswerk weer opgepakt.


Plaats een reactie