Deelkunde

Home » Praktijkvoorbeelden » Verpleegkunde » HIV-polikliniek

HIV-polikliniek

 

Behandeldilemma’s bij HIV

Op onze Hiv-polikliniek is sinds 2012 een jongvolwassene in zorg. Hij heeft sinds september 2013 een indicatie tot behandeling op basis van toename in virale load en afname van zijn afweer (op basis van zijn CD4 cellen, zowel absoluut als percentage).

Het behandelteam (bestaande uit een internist en verpleegkundig consulent HIV) bespreekt het starten met Hiv-therapie met de patiënten volgens een bestaand protocol. In deze gesprekken bespreekt de internist vooral de medische noodzaak om te gaan starten, en het feit dat er meerdere behandelopties mogelijk zijn, inclusief (als dat aan de orde is) de mogelijkheid om nog af te wachten. Ook komen andere relevante aspecten ter sprake, zoals motivatie en therapietrouw.HIV medicatie
De verpleegkundig consulent HIV legt – volgens protocol – meer nadruk op de bijwerkingen van de medicatie, hoe en wanneer deze te slikken, hoe het in te passen is in het dagelijkse leven en hoe de situatie is in de directe sociale omgeving van de patiënt om een en ander voor elkaar te krijgen. Motivatie komt ook dan zeker opnieuw aan bod.

Na het consult in september 2013 gaven we de patiënt aan dat er een besluit moest worden genomen over al dan niet behandelen. Op zijn verzoek gaven we uitleg over welke opties voor hem op dat moment golden, met de bijbehorende voor- en nadelen, ook weer volgens het genoemde protocol. Nadien heb ik (als verpleegkundig consulent HIV) hem, weer op zijn verzoek, de relevante informatie in digitale vorm  toegezonden, zodat hij alles in zijn eigen tempo nogmaals kon nalezen en overdenken, en heb hem uitgenodigd zijn voorkeur aan te geven.

Tijdens een volgend consult in januari 2014 geeft hij aan dat hij er nog niet voor open staat om te gaan starten met de medicatie. Als reden geeft hij op dat hij eerst een groot project wil afronden (in mei 2014) en hierna nogmaals een bloedcontrole wil laten doen om te zien hoe hij ervoor staat. Ondanks het bestaan van de behandelindicatie, gaan we mee met de wens van de patiënt. Hij heeft zelf (naar zijn zeggen) ook advies ingewonnen bij een arts en verpleegkundige in zijn persoonlijke kring om zijn besluit te motiveren.

Bij het laatste laboratoriumonderzoek in mei 2014 blijkt de behandelindicatie nog steeds te bestaan. We bespreken dit opnieuw met hem. Hij blijkt goed op de hoogte van zijn situatie, de behandelopties en de risico’s die hij kan lopen als hij ervoor zou kiezen om geen medicatie te gebruiken.  Toch ziet hij nog steeds af van behandeling. Wat voor hem meespeelt is het feit dat er over enige maanden waarschijnlijk nog meer opties voorhanden zullen zijn in de vorm van 1 x daags 1 pil combinatietherapie.

We spreken daarom af dat hij in september dit jaar terugkomt om zijn bloed weer te controleren en vervolgens opnieuw samen met hem te bezien hoe hij ervoor staat en wat zijn wensen zijn.


Plaats een reactie